Ik vind zelf het gebruik van verschillende diafragma’s altijd een fijn middel om iets persoonlijks aan een foto toe te voegen. Bij portretfotografie wordt vaak een ander diafragma gebruikt dan bij bijvoorbeeld landschapsfotografie. Als je eenmaal weet hoe het werkt, gaat er een wereld voor je open!
In mijn cursus en workshops die ik in Hoorn bij Studio Vliet geef, vertel ik uitgebreid hoe je dit kunt gebruiken. Hierbij alvast een uitleg over hoe het werkt:
DIAFRAGMA
In principe kan je de lens van de camera vergelijken met je pupil. Bij voldoende licht zal je pupil klein zijn om goed te kunnen zien, zowel veraf als dichtbij. Wordt het wat donkerder, dan wordt je pupil groter zodat er toch voldoende licht in kan vallen. Een bijkomend effect is dat je dan niet meer zowel in de verte als dichtbij goed scherp kunt zien.
Als je die vergelijking doortrekt naar je camera zal je merken dat met een grote opening van de lens van de camera er maar een klein deel van wat je ziet scherp wordt. Dit noemt men een korte scherpte- ofwel een kleine scherpte-diepte. Het onderwerp dat je gaat fotograferen zal scherp zijn, maar zowel de voorgrond als de achtergrond van het onderwerp zal onscherp zijn
Hoe kleiner de lensopening, hoe groter de scherpte-diepte. Dus het onderwerp dat je gaat fotograferen zal scherp zijn, en zowel de voorgrond als de achtergrond van het onderwerp zal ook scherp zijn.
Hoe kleiner het gat, hoe hoger het diafragma getal. Die lensopening noemt men diafragma wat vaak wordt verbeeld met een f in je camera. Dus als je f2.8 ziet staan in je zoeker of op je camera display, dan gebruik je diafragma 2.8.
Verwarrend is wel dat een laag getal, dus bij dit voorbeeld diafragma f2.8 staat voor een grote lensopening en bijvoorbeeld het diafragma f22 staat voor een kleine opening.
Dus onthouden: Groot getal is kleine opening, Klein getal is grote opening.
Het spreekt voor zich dat je afhankelijk bent van het licht waarin je de foto maakt. je kunt je voorstellen dat op een mooie zonnige dag het fotograferen met zowel f 2.8 als met f22 geen probleem is. Er is voldoende licht om met zowel een groot als een klein diafragma te fotograferen.
Wanneer de lichtomstandigheden slechter, dus donkerder, worden zal je ervaren dat het fotograferen met een klein diafragma (=groot getal) moeilijker wordt. Er kan dan niet voldoende licht via je lensopening op je sensor komen. Je kunt dit probleem oplossen door een tragere sluitertijd te gebruiken, maar hier meer over in het volgende bericht Sluitertijd.
Hier zijn een paar voorbeelden om te laten zien wat ik bedoel: foto 1 is gemaakt met een groot diafragma, in dit geval f1.8 waardoor er maar een kleine scherptediepte is: de tweede vaas is scherp, maar zowel de vaas in de voorgrond als de vazen op de achtergrond zijn onscherp. Bij foto 2 heb ik gekozen voor een klein diafragma, in dit geval f22 en je ziet dat de vazen op deze foto van voor tot achter scherp zijn.
Voor het maken van de bovenstaande foto heb ik gebruik gemaakt van diafragma 11. Dit geeft voldoende scherptediepte voor het aanzicht van de haven van Hoorn.
Lees ook mijn volgende bericht dat gaat over sluitertijd, die informatie heb je absoluut nodig om de variatie van de verschillende diafragma’s goed te kunnen benutten.
Succes met je ontdekking van de wereld van de fotografie,
Joyce Vlietstra
www.studiovliet.nl